CRYOTHERAPIE: IJSKOUD DE BESTE BEHANDELING BIJ ACUTE HOEFBEVANGENHEID?
Je doet steeds je best om hoefbevangenheid te voorkomen. Als het onverhoopt toch mis gaat, zet je alles op alles om de schade te herstellen en je paard weer zo snel mogelijk letterlijk en figuurlijk op de been te krijgen. Dus je grijpt naar de tuinslang en spoelt de hoeven met koud water. Want koudetherapie of – met een mooi woord – cryotherapie schijnt te helpen. Toch?
Cryotherapie bij hoefbevangenheid is het langdurig en voortdurend, flink koelen van de onderbenen. Kou vernauwt de bloedvaten, werkt ontstekingsremmend, verlicht de pijn en verlaagt de stofwisseling in het hoefweefsel1. De behandeling is het effectiefst in de allereerste fase van hoefbevangenheid. In deze ontwikkelingsfase is er nog niets met het blote oog te zien. Het is dan een preventieve behandeling om te voorkomen dat de ziekte overgaat in de acute fase, waarin de klinische verschijnselen zichtbaar of meetbaar worden. Dierenklinieken passen deze behandeling bijvoorbeeld met succes toe om hoefbevangenheid als complicatie van ernstige koliek te voorkomen.
SIRS-GERELATEERDE HOEFBEVANGENHEID
Het preventieve karakter van cryotherapie is met name relevant voor SIRS-gerelateerde hoefbevangenheid, omdat deze vorm van hoefbevangenheid min of meer voorspelbaar is. SIRS staat voor Systemisch Inflammatoir Respons-Syndroom. Dat wil zeggen dat er sprake is van een ontstekingsreactie van het hele lichaam. Als gevolg hiervan circuleren er gifstoffen in het bloed. De gifstoffen veroorzaken onder meer verstopte haarvaatjes in de lamellenverbinding, waardoor deze gedeeltelijk afsterft. De lamellenverbinding is de structuur die de hoefwand en het hoefbeen bij elkaar houdt. Hoefbevangenheid is feitelijk het beschadigd raken en verbreken van deze verbinding.
BLOEDVATVERNAUWING
Cryotherapie zorgt voor vernauwing van bloedvaten. De bloedtoevoer naar de hoeven vermindert. Er komen nu minder gifstoffen in het hoefweefsel terecht waardoor er minder bloedvatverstoppingen ontstaan. Vaatvernauwing remt ook de aanvoer van bepaalde enzymen die belangrijke eiwitverbindingen in de lamellenverbinding afbreken (zogeheten MMPs). Waarschijnlijk zijn sommige van de gifstoffen ook verantwoordelijk voor het activeren van de MMPs. Dit proces zou dus eveneens geremd worden als er minder gifstoffen in de hoef terechtkomen.
OORZAKEN
SIRS-gerelateerde hoefbevangenheid volgt op een ‘incident’, dus zie je het meestal aankomen. Denk aan koliek, het leegeten van de voerton of een bacteriële infectie als de nageboorte niet afkomt bij merries die geveulend hebben. Ook andere ontstekingen en infecties, zoals longontsteking en ooginfecties, zorgen voor gifstoffen in het bloed. En de lijst gaat nog even door met giftige planten, beschimmeld hooi en vervuild water.
EN TRAUMATISCHE HOEFBEVANGENHEID?
Dit is een derde vorm van hoefbevangenheid. De oorzaak is zuurstoftekort in het hoefweefsel als gevolg van zware, langdurige of verkeerde belasting van de hoeven. Er is nog geen onderzoek gedaan naar de toepassing van cryotherapie bij traumatische hoefbevangenheid. Daarom laten deze hier buiten beschouwing.
HOE MOET HET?
Zorg dat er steeds iemand bij je paard is of hem vanaf afstand (bijvoorbeeld met een camera) goed in de gaten houdt. Je wilt niet dat hij zich bezeert als hij probeert aan zijn voetenbadje te ontkomen. Als je paard niet zo lang, braaf in het ijskoude water blijft staan, kun je de benen inpakken met stevige plastic zakken vol ijs en die met tape vastzetten.
Goed om te weten: paardenbenen verdragen de kou goed. In tegenstelling tot wat je zou denken, zijn er geen schadelijke effecten als je paard 72 uur in ijswater laat staan ((https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/20095220/)). Waarschijnlijk komt dit doordat er schommelingen in de hoeftemperatuur optreden, zoals normaal gesproken tijdens extreme kou in de winter ook het geval is. We denken dat dit dient als beschermingsmechanisme tegen koudeletsel. Los van de kou worden de hoeven wel week van drie dagen in het water staan. Het verhoogt de kans op het binnendringen van bacteriën en schimmels. Dit kan hoefabcessen en witte lijn-ziekte veroorzaken.
KAN HET OOK ANDERS?
Het heeft geen zin om je paard in de sneeuw of een riviertje te laten staan, af te spuiten, koude kompressen (gel-packs) of verkoelende zalf aan te brengen. Je bereikt er niet het gewenste therapeutische effect mee. Met ijsgruis gevulde spoelschoenen zouden een alternatief kunnen zijn, ware het niet dat ook daar het water steeds ververst moet worden. Bovendien wordt het bloed niet hoog genoeg in het been al gekoeld.
Kniehoge ijslaarzen komen wel goed uit de bus, zelfs als ze de hoef zelf niet omsluiten ((https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/29654616/)). Er bestaan ook systemen waarmee droog gekoeld kan worden die goede resultaten geven2. Deze laatste twee oplossingen heeft alleen bijna niemand thuis voorhanden. Ze zijn ook behoorlijk prijzig; al zal ieder voor zichzelf moeten uitmaken of dat een probleem is. Als je een paard hebt dat, ondanks al je goede zorgen, keer op keer hoefbevangen raakt, zou je kunnen overwegen ze aan te schaffen.
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
Als je dit zo leest, wordt duidelijk dat cryotherapie vooral geschikt is voor gebruik in de paardenkliniek. Toch krijgt cryotherapie vaak aandacht als behandelmethode (ook in mijn boeken). De reden hiervoor was vroeger vooral van praktische aard. Hoefbevangenheid was lange tijd door onderzoekers experimenteel alleen te veroorzaken door een grote hoeveelheid oligofructose (een soort fructaan) met een sonde in de maag van een paard te brengen. Dit veroorzaakt een spijsverteringsprobleem dat uiteindelijk de hoeveelheid gifstoffen afkomstig van woekerende en afstervende darmbacteriën zo laat toenemen dat er SIRS-gerelateerde hoefbevangenheid ontstaat.
Door vervolgens cryotherapie toe te passen kun je het effect hiervan makkelijk meten; zelfs tussen twee voorbenen van hetzelfde paard. Een onderzoek uit 2014 toonde op deze manier aan dat er minder schade aan de lamellenverbinding optreedt als er direct begonnen wordt met cryotherapie zodra er kreupelheidsklachten optreden ((https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/24004323/)). Aan het begin van de acute fase dus. Pijn was ook aanzienlijk minder in het been dat behandeld werd, in vergelijking met het onbehandelde been. Of dit komt door de pijnstillende eigenschappen van cryotherapie of doordat er minder weefselschade is, valt niet te zeggen.
Twee jaar eerder kwamen onderzoekers al tot de conclusie dat ontstekingsreacties vroeg in het ziekteproces veel minder zijn als cryotherapie wordt ingezet bij SIRS-gerelateerde hoefbevangenheid ((https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/21895750/)). De behandeling begon overigens wel direct na het inbrengen van de oligofructose. Dus feitelijk nog voor de ontwikkelingsfase van de erop volgende hoefbevangenheid. In de praktijk zal dit nooit het geval zijn.
HORMOONGERELATEERDE HOEFBEVANGENHEID
Allemaal erg interessant, maar met minder dan 10% van de gevallen komt SIRS-gerelateerde hoefbevangenheid relatief weinig voor. De meest voorkomende vorm van hoefbevangenheid is hormoongerelateerd. Circa 9 van de 10 gevallen vallen hieronder. Het grootste deel hiervan is het gevolg van insulinedysregulatie. Kort gezegd is insulinedysregulatie de verzamelnaam voor elke combinatie van afwijkingen in de lichaamsprocessen waarbij insuline een rol speelt.
ALTIJD TE LAAT… OF TOCH NIET?
Bij insulinedysregulatie zit er te veel insuline in het bloed (hyperinsulinemie) en reageren de cellen niet goed op insuline (insulineresistentie). We weten dat met name hyperinsulinemie een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van hoefbevangenheid, maar nog steeds niet precies hóe dit gebeurt. Wat we wel weten is dat het preventief toepassen van cryotherapie lastig is bij hormoongerelateerde hoefbevangenheid. Het ontstaan en de ontwikkeling ervan is namelijk veel geleidelijker of zelfs sluipend. Het laat zich daardoor moeilijker voorspellen. Vaak is het de oplettende hoefverzorger of dierenarts die wijst op subtiele veranderingen in de hoeven waardoor we te weten komen wat er aan de hand is. Ook pijn treedt pas in een later stadium op. De ziekte is dan al in de acute fase.
Hormoongerelateerde hoefbevangenheid is in de meeste gevallen chronisch en subklinisch, met momenten waarop de ziekte oplaait. Dit laatste met name na weidegang op grasland vol suikers. Dat maakt het in theorie wel voorspelbaar, maar vooral te voorkómen. Geen mens zal zijn paard met insulinedysregulatie paard eerst op een hoog-risico weiland zetten en daarna kniediep in het ijswater.
Tegenwoordig kunnen we ook hormoongerelateerde hoefbevangenheid experimenteel teweegbrengen. Hierdoor kon een onderzoek uit 2019 een bevestigend antwoord geven op de vraag of cryotherapie, ook bij deze vorm van hoefbevangenheid, weefselschade in de acute fase kan beperken3. Met hierbij de kanttekening dat de voortdurende erg sterke hyperinsulinemie die in een experimentele opzet gecreëerd worden, mogelijk niet één-op-één kan worden vergeleken met hormoongerelateerde hoefbevangenheid zoals die ‘in het echt’ voorkomt.
ONTSTEKINGSREACTIE
Een verminderde ontstekingsreactie is een belangrijk voordeel van cryotherapie. Ontsteking van het hoefweefsel is namelijk verantwoordelijk voor een deel van de schade die uiteindelijk leidt het verbreken van de lamellenverbinding ((https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/20381740/)). Een recent onderzoek toont aan dat er een mildere ontstekingsreactie optreedt als cryotherapie wordt toegepast bij acute hoefbevangenheid veroorzaakt door hyperinsulinemie4.
VERLAAGDE STOFWISSELING
Het verlagen van het metabolisme (stofwisseling) in het hoefweefsel is dat ook. Een onderzoek uit 2020 oppert dat hierdoor mogelijk de energietoevoer naar ziekteprocessen op celniveau wordt beperkt, terwijl de processen die essentieel zijn voor de lamellenverbinding gewoon doorgaan ((https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31793047/)). Je zou dit kunnen zien als een noodrem waarmee je tijd wint om het onderliggende probleem aan te pakken of een andere behandeling voor te bereiden. Een bijkomend voordeel is dat door de tragere stofwisseling het hoefweefsel geen last heeft van de lagere doorbloeding door de beoogde vaatvernauwing.
THERAPEUTISCH EFFECT
Bij dit alles moet wel gezegd worden dat in beide onderzoeken de behandeling al was gestart voordat de hoefbevangenheid zich door kreupelheid openbaarde. In de ontwikkelingsfase dus. Daarom zeggen de onderzoekers dat ze niet zeker weten of cryotherapie therapeutisch effect zal hebben als deze pas vanaf de acute fase van hoefbevangenheid wordt toegepast. Overigens gaat dat ook op voor de andere onderzoeken waar de onderzoekers wel in de lamellenverbinding keken naar veranderingen op celniveau of de aanwezigheid van ontstekingsmediatoren (afweerstoffen) maar niet naar verbetering in het klinisch beeld van de paarden. Het wachten is op een onderzoek dat dit wel doet.
TOT SLOT
Cryotherapie begint zijn nut steeds meer te bewijzen. Het negatieve staartje aan het verhaal is wel dat het voor paardeneigenaren lastig is om het echt op tijd en doeltreffend toe te passen. De positieve noot is dat jij dit artikel hebt gelezen om nog meer te weten te komen over hoefbevangenheid. Daar heeft je paard misschien nog wel meer aan dan aan een bak ijswater.
Over de auteur
Remco Sikkel
Remco Sikkel wil met zijn boeken zo veel mogelijk paarden en paardenÂeigenaren helpen bij veelvoorkomende ziektes. Naast twee boeken over hoefbevangenheid publiceerde hij over hoefkatrolontsteking en PPID. Bovendien is hij sinds 2002 actief als hoefverzorger. Zijn kennis en inzicht zijn hierdoor stevig geworteld in de dagelijkse praktijk.
Voor meer info, kijk op de website: https://hoefbevangen.info/