Koliek

Koliek

Koliek is een uiting van pijn. Zo kan het paard door buikpijn eetlust verliezen, schrapen met de voorbenen, flink zweten, regelmatig rollen, afwisselend gaan staan en liggen of onrustig zwiepen met de staart. Koliek kan echter verschillende oorzaken hebben. Zo wordt er in eerste instantie onderscheid gemaakt tussen koliek ten gevolge van darmproblemen en problemen buiten het darmkanaal. In dit laatste geval vertoont het paard koliekverschijnselen, maar doet dat bijvoorbeeld door last van de spieren, blaas of andere blessures. Koliek ten gevolge van darmproblemen komt vaker voor in het voor- en najaar. In dit artikel richten we ons voornamelijk op de ‘ware’ koliek, maar vergeet dus niet dat koliekverschijnselen niet per se darmgerelateerd hoeven te zijn.

Soorten koliek

De diagnose en inschatting van de ernst van koliek is niet gemakkelijk. Raadpleeg bij twijfel dus altijd een dierenarts. Waar het ene paard duidelijke symptomen vertoont door bijvoorbeeld continu te rollen, kan het andere paard minder opvallende symptomen hebben zoals bijvoorbeeld een licht verminderde eetlust. Hoewel heftige verschijnselen in veel gevallen veroorzaakt worden door ernstige darmproblemen, hoeft dat andersom niet te gelden. Bij lichte verschijnselen van koliek kunnen de veranderingen in de buik al aanzienlijk zijn. Wacht dus niet af en overleg altijd met een dierenarts.

De meest voorkomende vormen van koliek zijn:

    • gaskoliek
    • krampkoliek
    • zandkoliek
    • koliek door verstoppingen in de darm
    • koliek door veranderingen van de darmligging

Gaskoliek

Normaal wordt gas door het darmkanaal afgevoerd in de vorm van winden. Gaskoliek ontstaat door gasophoping in de darmen.

Dit kan op twee manieren; in de eerste plaats door het produceren van een te grote hoeveelheid gassen in de dikke darm.
Dit kan bijvoorbeeld ontstaan doordat suikers in de dunne darm niet volledig verteren en vervolgens doorstromen naar de dikke darm. Gras bevat in het voorjaar en najaar veel suikers die op die manier in de dikke darm terecht komen. Krachtvoer bevat ook suikers, bij overmatige opname (bijvoorbeeld als  het paard is losgebroken uit de stal) kan dit niet allemaal door de dunne darmen worden opgenomen en komt het in de dikke darm terecht. De suikers worden in de dikke darm door bacteriën afgebroken, hierbij vindt gasvorming plaats.

Naast overmatige gasophoping in de dikke darm is het ook mogelijk dat de darm gedeeltelijk of geheel wordt geblokkeerd. Dit kan worden veroorzaakt door een verstopping of een draaiing (verandering van ligging) van de darm. In dit geval zal het paard last hebben van gasophoping in de darmen, maar in veel gevallen ook van de onderliggende oorzaak.

Krampkoliek

Krampkoliek treedt op als gevolg van verkramping van de darmen of een gedeelte daarvan. Er zijn verschillende factoren die krampkoliek kunnen veroorzaken. Veranderingen in het management, zoals bijvoorbeeld veranderingen in voer, stalling en/of training spelen in een aanzienlijk aantal gevallen een rol. Ook (chronische) stress kan tot krampkoliek leiden. In sommige gevallen kunnen ook worminfecties voor krampkoliek zorgen.

Zandkoliek

Paarden die op kale weilanden of in zandpaddocks staan, kunnen zand opnemen tijdens het eten. Het opgenomen zand stapelt zich geleidelijk op in het darmstelsel. Het gewicht van het zand, verstopping van het darmlumen en irritatie van het slijmvlies kunnen uiteindelijk voor koliek zorgen. Maar het paard kan ook last krijgen van andere zaken, zoals vermagering, verminderde eetlust of diarree..

In het najaar is het gras vaak kort, waardoor de kans op het opnemen van zand groter is. Paarden trekken het gras dan vaak met wortel en al uit de aarde en krijgen op die manier aanzienlijke hoeveelheden zand binnen.

Ook paarden die in een paddock staan en ruwvoer van de grond gevoerd krijgen kunnen daarbij makkelijk zand binnenkrijgen. Er zijn echter ook paarden die bewust zand eten. Hoewel de precieze oorzaak hiervan niet bekend is, wordt er wel gedacht dat paarden dit doen wanneer ze een mineralentekort hebben. Het ophangen van een zout- of mineralenliksteen of mineralenbrok te geven kan dit gedrag echter niet altijd te verhelpen.

Je kunt zelf controleren of je paard zand opneemt via de voeding. Een deel van het zand blijft in de darm van het paard achter en een ander deel komt immers met de mest weer mee naar buiten. Door enkele mestballen op te lossen in water en dit in een doorzichtig reservoir zoals een handschoen of maatbeker te laten bezinken (het zand zakt naar de bodem of vingertoppen van de handschoen), kan de aanwezigheid van zand worden aangetoond. Doe dit bij voorkeur meerdere dagen achter elkaar, omdat zand niet aldoor met de mest wordt uitgescheiden. Ligt er zand op de bodem van het reservoir, of wordt je paard blootgesteld aan de risicofactoren van zandkoliek zoals hiervoor genoemd, dan kun je je paard preventief behandelen om het zand uit het darmstelsel te verwijderen.

Er bestaan verschillende producten die helpen het zand uit de darm te verwijderen. Er is echter niet van alle producten onderzocht of deze ook daadwerkelijk goed werken. Producten op basis van psylium (vlozaad) geven doorgaans goede resultaten. Preventieve maatregelen moeten ook niet vergeten worden:

Zorg ervoor dat voer niet op de (zand)bodem terecht komt, bijvoorbeeld door het voer op rubberen matten of in plastic kuipen aan te bieden.

Laat paarden niet op een te kort weiland grazen.

Zorg er via correcte voeding voor dat paarden geen mineralentekort opbouwen.

Paarden die veel zand opnemen hebben een grotere kans om last te krijgen van worminfecties, stel dan een wormbestrijdingsplan op.

Vermoed je dat er sprake is van een mineralentekort, dan kun je de dierenarts vragen om een bloedtest te doen.

Koliek door verstoppingen in de darm

Het darmkanaal van het paard kent een aantal vernauwingen waar de voerstroom als het ware door een soort fuik moet. Op deze plaatsen ontstaan geregeld verstoppingen van de darm. Vaak komt dit voor na opname van overmatige hoeveelheden stro, grofstengelig hooi of kuil, vlas of andere bodembedekking. Daarnaast komen verstoppingen voor ten gevolge van primaire uitdroging, bijvoorbeeld door een verstopte of bevroren waterbak. Het paard onttrekt dan zoveel vocht uit de darminhoud dat deze niet meer soepel door de vernauwingen van het darmkanaal kan stromen. Een veel voorkomende onderliggende oorzaak voor verstoppingen zijn gebitsproblemen. Indien een paard onvoldoende mogelijkheid heeft om het ruwvoer fijn te malen is de kans op verstoppingen groter.

Overmatig gestrekt Foto credits: Antoinette Charlie

Koliek door verandering in ligging van de darm

Foto credits: Antoinette Charlie

Het grootste deel van de darmen van het paard ligt ‘los’ in de buik. Zowel de dunne als de dikke darmen kennen vele losliggende meters. Het is dus goed mogelijk dat er delen verstrengeld raken , dit noemen we liggingsveranderingen.

De verschijnselen van liggingsveranderingen kunnen van mild tot zeer heftig variëren, maar de onderliggende oorzaak heeft vrijwel altijd behandeling nodig om opgelost te worden. Dit kan met behulp van medicatie, sondevloeistof of een operatie worden bereikt.

Behandelingen van liggingsveranderingen hebben over het algemeen de beste kans van slagen als de veranderingen nog van korte duur zijn.
Met het oog op deze wetenschap is het zaak om bij koliek altijd contact op te nemen met een dierenarts.

Veel voorkomende gedragingen bij koliek

*optrekken van de bovenlip

*verminderde eetlust of helemaal niet eten

*overdreven of veel gapen

*kijken naar de buik

*schrapen met de voorbenen

*liggen / op de rug blijven liggen

*sloom zijn

*vaak gaan liggen en weer opstaan

*afwijkende houding (bijvoorbeeld overmatig gestrekt)

*toename van de buikomvang

*rollen

*slaan of bijten naar de buik

*regelmatig kleine beetjes urineren

*zich laten vallen

*zweten

*achteruit lopen

*apatisch zijn

 

Foto credits: Antoinette Charlie

MEDEDELING

Er zijn vrij verkrijgbare (zelfzorg)middelen beschikbaar die zijn geregistreerd voor gebruik bij enkele vormen van koliek bij het paard. Wil je dergelijke middelen gebruiken, neem dan de volgende aanwijzingen in acht:

–   Bij twijfel raadpleeg altijd de dierenarts

–   Lees voor het gebruik de bijsluiter

 

Koliek voorkomen

Paarden kunnen niet goed tegen te lang zonder ruwvoer, maximaal 4 uur zonder opname van voedsel.  Een paard is er op gebouwd om 24/7 met kleine tussen poses voedsel tot zich te nemen.
En een plotselinge verandering van de voeding is slecht voor het darmstelsel. Bovendien heeft het spijsverteringsstelsel een beperkte capaciteit. Grote hoeveelheden krachtvoer of suikers, granen en zetmeel kunnen leiden tot koliek.
Bovendien is het darmstelsel niet gebouwd om krachtvoer te verwerken.
Goed droog hooi of lichte voordroog verdeeld over de dag. Om de kans op koliek te verkleinen is het raadzaam om het winterrantsoen geleidelijk over te laten lopen naar voorjaarsgras en andersom. Juist in het voorjaar en najaar is er meer kans op koliek. Het aantal uren dat het paard buiten verblijft, kun je beter opvoeren zodat de hoeveelheid gras geleidelijk toeneemt waardoor de opname van ruwvoer geleidelijk kan afnemen. Een andere manier is om een strook van de weide af te zetten zodat het paard niet teveel gras kan eten.

Wees daarnaast alert op bedorven of beschimmeld hooi en zorg dat de hoeveelheid hooi is afgestemd op het werk dat het paard verricht. Een gezond gebit is van belang om het voer goed te kauwen. Wanneer het voedsel niet voldoende klein is gemaakt, kan het verstoppingen in de darmen veroorzaken. Laat het gebit daarom regelmatig controleren. Zorg tot slot voor een goed ontwormingsprogramma zodat larven en wormen geen kans maken.

Wat te doen bij koliek?

Bij een lichte koliekaanval kan even rustig met het paard stappen zonder afdwingen verlichting brengen; bij veel koliekgevallen is er sprake van ophoping van gas of mest, wat door het geven van beweging kan verdwijnen.

Naast het gedrag zijn adem- en polsfrequentie, kleur van de slijmvliezen en de lichaamstemperatuur belangrijke graadmeters voor het bepalen van de ernst van de koliek. 

In milde gevallen van koliek zal de dierenarts vaak darmontspanners en pijnstillers toedienen. Afhankelijk van de oorzaak wordt een voeradvies gegeven en kunnen medicijnen afgegeven worden ter nabehandeling.

Dit artikel delen op facebook